FNV wringt zich in onmogelijke bochten
Al eerder op deze website en in ons blad Pensioenbelangen is uitgebreid geageerd tegen het treurige ‘pensioenakkoord’ dat onlangs gesloten is tussen werkgevers en vakbonden. Uitgebreid is ingegaan op het feit dat de gezamenlijke bonden slechts minder dan 20% van alle werkenden vertegenwoordigen en dus voor deze groep niet representatief zijn. In nog veel mindere mate kunnen zij aanspraak maken op een rol waarin zij gepensioneerden zouden kunnen vertegenwoordigen. Eenvoudige feiten die door iedereen te controleren zijn. Niettemin worden de bedrijfstakpensioenfondsen bestuurd door vertegenwoordigers uitsluitend uit de kring van werkgevers en vakbonden. Een eigentijds schandaal waaraan in juni 2010 door de Tweede Kamer een halt is toegeroepen door het aannemen van het initiatiefwetsvoorstel Koser Kaya/Blok waarin ook voor gepensioneerden plaatsen worden ingeruimd in de besturen van bedrijfstakpensioenfondsen. Nu de Eerste Kamer nog, waar de vakbondsvazallen van PvdA en CDA alsnog roet in het eten kunnen gooien.
Als er dan een ‘pensioenakkoord’ zou bestaan, tussen wie en wie is dat ‘akkoord’ dan gesloten? Tussen werkgevers en vakbonden, laat men ons graag geloven. Laten we eens wat nauwkeuriger kijken naar hoe de vakbondsleden, met name die van het FNV, erover denken. Toen de hele zaak in een referendum aan de FNV leden werd voorgelegd, bracht slechts een zeer ondergeschikt deel van deze leden zijn stem uit, weliswaar met een meerderheid vóór. Echter, zoals onlangs bleek, het hoogste orgaan van de FNV, de bondsraad, verklaarde zich met 32 tegen 22 stemmen tegen. In zijn wijsheid en met de curieuze opvattingen over democratie die het FNV bestuur zo eigen zijn, werd deze uitspraak echter niet opgevolgd. Er is dus een akkoord dat door het hoogst verantwoordelijke orgaan binnen de FNV verworpen is, maar dat toch nog steeds als zodanig gepresenteerd wordt. Ondanks de woordbrij die het FNV zo kenmerkt in moeilijke dagen, is volstrekt duidelijk dat als er al een akkoord ligt, dit uitsluitend een zaakje is van wat bondsbobo’s, onderschreven door een zeer gering deel van de leden. En niet een erg fris zaakje bovendien. Immers, het feit dat de overgrote meerderheid van de verplichte deelnemers (actieven en gepensioneerden) in de bedrijfstakpensioenfondsen nooit naar een mening gevraagd is, maakt dit geheel tot een volstrekt lachwekkende exercitie.
Dat binnen de FNV een nieuwe wind is opgestoken, mag blijken uit het feit dat Xander den Uyl, vakbondsfossiel uit betere dagen, samen met enige anderen uit hun bestuursfuncties van de ABVA-KABO gezet zijn. Dat dezelfde Den Uyl nog steeds als vice-voorzitter van het ABP hetzelfde eentonige hoogste woord heeft als altijd, mag daarom misplaatst heten. Maar bij de FNV leert men slechts langzaam, heel langzaam.
De besturen van de bedrijfstakpensioenfondsen, met het ABP als grootste representant, en dikwijls riant bekostigd uit de bijdragen van de verplichte deelnemers, kreupelen voort. De dekkingsgraden van de vijf grootste fondsen zijn miserabel laag, en de besturen lijken alle zicht op hun eigen beleggingsbeleid verloren te hebben. Ook de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, eveneens betaald door u en mij zonder dat ons ooit iets gevraagd is, houdt zich nog steeds bezig met navelstaren, met middeleeuwse geschiedenis en met achterhoedegevechten tegen de wet Koser Kaya/ Blok.
Deze gênante vertoning wordt zo mogelijk nog overtroffen door het ABP. In zijn jaarlijkse Rendez-Vous (ditmaal op 4 oktober in Den Haag), een pr aangelegenheid die alweer betaald wordt uit de zakken van de deelnemers, wordt het programma uitsluitend gewijd aan het verwerpelijke ‘pensioenakkoord’. Met FNV onderhandelaar Peter Gortzak als spreker weten we op de voorhand wat ons te wachten staat, met de democratie in de pensioenwereld als grootste maar niet enige slachtoffer. Opnieuw wordt het uitgestelde loon van gepensioneerden misbruikt om hun belangen te verkwanselen en hen op hun eigen kosten te schofferen. Opnieuw geeft het ABP bestuur er blijk van er he-le-maal NIETS van begrepen te hebben. Die vierde oktober kunt u daarom beter aan iets leuks besteden. De toekomstige gepensioneerden in het ABP bestuur kunnen hun tuingereedschap alvast aanschaffen, want te schoffelen, te wieden en te vegen valt er binnenkort genoeg.