Naar een eigentijds pensioenstelsel
In de financiële wereld heeft een aardbeving plaatsgevonden en de pensioenwereld beeft mee. Onvoorstelbare kapitalen zijn eenvoudigweg verdampt, en een wereldwijde economische recessie die iedereen treft is het gevolg. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Merkwaardig genoeg bestaat over de oorzaken van dit drama grote eenstemmigheid. Een bonuscultuur zonder weerga en een globalisering zonder afdoende inschatting van risico’s hebben de deur open gezet voor het najagen van het eigen financiële belang van weinigen ten koste van de zekerheden van velen. Hebben we er iets van geleerd?
Het is nog niet zo lang geleden dat de financiële instellingen in Nederland door zo’n 95 procent van de bevolking als voorbeelden van stabiliteit werden gezien. In nog sterkere mate gold dit voor de pensioenfondsen. Door de ontwikkelingen op de financiële markten sinds 2008 is het vertrouwen van globaal de helft van de bevolking tegelijk met de financiële reserves van banken en pensioenfondsen verdampt. Nu weet iedere econoom ons te vertellen dat herstel van vertrouwen de allerbelangrijkste voorwaarde is om uit de huidige crisis te geraken. Men zou dus verwachten dat een dergelijke doelstelling bij alle betrokkenen de hoogste prioriteit zou hebben. Is dat ook zo? Laten we de situatie rond onze pensioenen eens bekijken.
Wat doen onze bedrijfstakpensioenfondsen, waar de grote meerderheid van de Nederlanders verplicht bij is aangesloten, aan herstel van vertrouwen? Helaas is het feit dat het uitgestelde loon van miljoenen Nederlanders beheerd wordt door een kartel van werkgevers en vakorganisaties, met uitsluiting van zeer grote groepen belanghebbenden zoals ouderen en jongeren, niet bepaald een uitgangspunt voor brede publieke steun. Ouderen krijgen te horen dat de voorgespiegelde zekerheden ineens verdwenen zijn, jongeren worden geconfronteerd met torenhoge premies en vergaande versoberingen van hun regeling. Beiden hebben geen enkele inspraak over hun pensioengeld.
Ook het feit dat met name de vakorganisaties ons willen doen geloven dat alles wél is in pensioenland, en dat op het vlak van deelnemersparticipatie en medezeggenschap de zaken naar volle tevredenheid zijn geregeld, doet bij velen de alarmbellen rinkelen. En dat ons grootste pensioenfonds, het ABP, het bestaat om bestuurders en commissarissen te benoemen uit het old-boys-network die niet uitmunten door kennis van zaken en dikwijls betrokken zijn geweest bij dubieuze financiële aangelegenheden, is opnieuw een factor die het noodzakelijke herstel van vertrouwen verder naar de achtergrond schuift.
Wat dient er dan wel te gebeuren? Als we even kans zien ons los te maken van allerlei traditionele deelbelangen die een enorme belemmering vormen om ons pensioenstelsel te moderniseren, dan is de oplossingsrichting evident. De financiële risico’s in de pensioenwereld worden grotendeels gedragen door de deelnemers. Het zou in deze tijd geen betoog behoeven dat zij die de grootste risico’s lopen, ook direct bij het beleid betrokken dienen te worden. Slechts door de deelnemers een significante rol bij de besluitvorming te geven op een wijze die recht doet aan hun belang en de mate van risico die zij lopen, slechts door het instellen van effectieve vormen van medezeggenschap en dus van medeverantwoordelijkheid, kan de huidige vertrouwenscrisis in de pensioenwereld bestreden worden. Wie dit niet wenst te onderkennen, is ziende blind.
De weg voorwaarts is duidelijk. De veel te lang uitgebleven democratisering van onze pensioenfondsen, de emancipatie op pensioengebied van miljoenen jongeren zowel als ouderen die door de huidige kongsi van werkgevers en traditionele vakorganisaties in de marge zijn gemanoeuvreerd, dient met spoed ter hand te worden genomen. De discussie hierover in de Tweede Kamer is pas begonnen. Laten we het voorlopige standpunt dat er op het punt van medezeggenschap in pensioenland veel te verbeteren valt, en dat dit op korte termijn dient te gebeuren, vooralsnog het voordeel van de twijfel gunnen. Slechts ingrijpende veranderingen kunnen bijdragen aan het herstel van vertrouwen van miljoenen in een pensioenstelsel waarmee Nederland zich in principe gunstig onderscheidt van de rest van Europa. Laten we dat laatste vooral zo houden.
Kees de Lange, voorzitter Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen (NBP)
Martin Pikaart, voorzitter Alternatief Voor Vakbond (AVV)